“Vrij te kiezen, vrijheid en eeuwig leven”
1 – Uiteenlopende eigennamen: wat leren we eruit?
2 – De verborgen pracht: parallellismen in 2 Nephi
3 – De diepgang in Lehi’s smeekbede tot zijn zonen
4 – “Adam fell…” Hoe te vertalen? Voor taal- en doctrineliefhebbers
5 – Gestructureerd lezen
Lees de bestudeerde hoofdstukken hier.
Zie ook de aparte studie van 1 en 2 Nephi in hun geheel.
2 Nephi is een bijzonder rijk doctrinaal en profetisch boek, en tegelijkertijd erg persoonlijk door de diepgevoelige bijdragen van drie personen: Lehi in zijn zegeningen en smeekbeden, Jakob in zijn toespraken, en Nephi in zijn profetieën. Deze les gaat over hoofdstukken 1 en 2, waarin Lehi, de vader van Nephi, het woord neemt.
1 – Uiteenlopende eigennamen: wat leren we eruit?
De studie van de eigennamen in het Boek van Mormon heeft de voorbije jaren een grote vlucht genomen, mede door de ontdekking van oude zegels, rotsinscripties en potscherven in het Midden-Oosten.[1]
Lehi en Sariah hadden zes zonen: Laman en Lemuel, Sam en Nephi, Jakob en Jozef. We noemen ze als vanzelf in paren omdat ze door hun leeftijd en deels door hun gedrag zo samen horen. Wat meteen opvalt is dat de namen tot verschillende culturen horen. Onderzoek wijst op Arabische, Egyptische en Hebreeuwse achtergronden, met invloeden op elkaar. Die veelzijdigheid zal wel een bewuste keuze van de ouders geweest zijn, want het was een culturele gewoonte om een boreling een betekenisvolle naam te geven, zoals een verwijzing naar de geboorteplaats, naar een levenservaring, naar een voorouder, of naar een bepaalde deugd.
Lehi en Sariah
Van Lehi en Sariah zelf blijkt een veelzijdige achtergrond al uit hun eigen namen. Hun namen komen niet in de Bijbel voor. Lehi wordt gekoppeld aan inscripties met de letters LHI op Arabische handelsroutes. De vrouwelijke naam Sariah, “dochter van Hoshea zoon van Harman”, kwam tevoorschijn in Aramese papyri die in 1925 in Elephantine, een eiland in de Nijl in Opper-Egypte, ontdekt werden. Daar had zich omstreeks de zevende eeuw v.C. een joodse kolonie van vluchtelingen gevestigd. Mogelijk kwam Sariah uit die omgeving, wat dan ook de Egyptische connectie – “de taal der Egyptenaren” (1 Ne 1:2) – zou kunnen verklaren.
In die context is het begrijpelijk dat Lehi en Sariah hun kinderen namen van verschillende oorsprong gaven. Hugh Nibley suggereert dat de namen van de kinderen een weerspiegeling zijn van de levenservaringen van de ouders ten tijde van hun geboorte.
Laman en Lemuel
De namen Laman en Lemuel hebben een eerder Arabische achtergrond. De naamletters LMN zijn op inscripties, en ook de naam Laman zelf, langs zuid-Arabische handelsroutes teruggevonden. Ook de naam Lemuel komt uit zuidelijke woestijngebieden. De naamgeving van de twee oudste kinderen kan aldus verwijzen naar een periode van zuidelijke handelstochten. Nibley meldt dat het ook gebruikelijk was, onder woestijn-Semieten, om de twee oudste zonen namen te geven die elkaars pendant waren. Laman en Lemuel zijn dat zeker.
Nephi en Sam
Nephi en Sam, daarentegen, hebben een Egyptische band. De mogelijke Egyptische achtergrond van “Nephi” bespraken we in les 2. “Sam” is een volwaardig oud-Egyptische naam, maar ook gerelateerd aan het semitische Shem, zoon van Noah. De Bijbelse “Samuël” is trouwens een samentrekking van Sam met El, verwijzend naar de naam van God. Nibley bindt de naamgeving van Nephi en Sam aan een periode van welvaart in Lehi’s leven en van intenser contact met Egypte. Lees hier meer over Nephi en Sam.
Jakob en Jozef
Weer verschillend blijkt de keuze, bij de geboorte van de twee jongste zonen, voor Jakob en Jozef. Die jongens zijn in de wildernis geboren (1 Ne 18:7), in moeilijke omstandigheden, nadat Lehi en de zijnen op goddelijke bevel Jeruzalem hadden verlaten om een jarenlang nomadenbestaan te leiden. Hoezeer Lehi het als een nieuwe levensfase beschouwt, blijkt uit zijn woorden tot Jakob – “mijn eerstgeborene in de dagen van mijn beproeving in de wildernis” (2 Nephi 2:1). De aandacht van Lehi als profeet was nu ten volle gevestigd op het lot en de toekomst van het huis van Jakob of Israël. Hij was zelf een directe nakomeling van Jozef, zoon van Jakob. De aartsvader Jakob en zijn zoon Jozef stonden ook symbool voor migratie, weg van Kanaän, zoals ook Lehi nu deed. De naamgeving van de twee kinderen lijkt daarom een evidente keuze. Lees meer over de relatie tussen Nephi en Jakob en tussen Nephi en Jozef.
2 – De verborgen pracht: parallellismen in 2 Nephi
Critici van het Boek van Mormon vinden het soms een saai en moeilijk boek omwille van zijn vele herhalingen, parafrases en uitgesponnen passages. Als je daar geen lijn in ziet, lijkt het zelfs rommelig. Maar het Boek van Mormon staat vol met uiterst berekende structuren, typisch voor oude Hebreeuwse teksten.[2] “Parallelisme” is de algemene term voor deze structuren die een gezochte ordening beogen. Die ordening had twee doelen.
Een eerste doel is het helpen onthouden van passages. De overdracht van inhouden gebeurde immers vooral mondeling, in familie- of in kerkverband. Teksten schrijven, en zeker platen graveren, was een tijdrovend proces en slechts weinigen beschikten over die materiële bronnen om zaken te herlezen. Voor mondeling onthouden haakten parallelle structuren, met hun vele berekende herhalingen, beter vast in het geheugen.
Een tweede doel is “de ziel te verheffen”. Parallelle structuren nemen meestal poëtische vormen aan, waarvan de toehoorders genoten zoals van een aangrijpend gedicht of een muziekstuk.[3] Het kan dan ook inspirerend zijn om die vormen zo goed mogelijk terug te vinden en bepaalde passages in het Boek van Mormon ook te leren lezen als poëtische Schriftuur – zoals we ons kunnen voorstellen hoe David de Psalmen voordroeg. Het boekdeel van 2 Nephi is er bijzonder geschikt voor. We mogen ook niet vergeten dat de teksten uit 2 Nephi bijna duizend jaar lang, doorheen de hele Nephitische geschiedenis, tot hun eigen Schriftuur hoorden. Generaties van gelovigen hebben er in de oorspronkelijke taal naar geluisterd. Ook al zijn we nu beperkt tot een vertaling, de pracht van deze passages is deels terug op te wekken.
Soms moeten we naar de structuren zoeken omdat de latere indeling van het Boek van Mormon in hoofdstukken en verzen een aantal structuren ongelukkig scheidt. Die indeling gebeurde in 1879, toen men van die verborgen pracht nog geen weet had. Daarenboven werken we met vertaling. De eerste, Engelse vertaling staat het dichtst bij de oorspronkelijke tekst (dank zij de lineaire manier van vertalen, zinsnede per zinsnede, zie les 5), maar een volgende vertaling vanuit het Engels wijkt al snel meer af, zeker als de vertalers, met goede bedoelingen, “vlotter taalgebruiker” beogen. Dat kan de parallellismen verder ontwrichten.
De meest uitgebouwde teksten in het Boek van Mormon zijn predikingen, zegeningen en profetieën. Net zoals in de Bijbel hebben de schrijvers bijzonder veel zorg aan sommige teksten besteed. We mogen ervan uitgaan dat wie, zoals Nephi of Lehi, eerst iets mondeling had medegedeeld, nadien, voor de geschreven versie, ruim tijd besteedde aan de zorgvuldige notering en uitwerking ervan – met gebedsvolle inspiratie. Of mogelijk hebben latere schrijvers, bij het kopiëren, voor die meer verfijnde vorm gezorgd. Het doorgeven van teksten en het bijeenbrengen van vroegere delen op platen waren immers belangrijke opdrachten, generatie na generatie, waarvan het Boek van Mormon regelmatig getuigt.
Er bestaan verschillende vormen van parallelisme. We verkennen er drie hier: (A) het chiasme, (B) het contrast en (C) de herhalingsparafrase. De eerste twee hoofdstukken van 2 Nephi, die de les voor vandaag vormen, bieden die rijkelijk aan.
(A) Het chiasme kennen we reeds: het is een spiegelstructuur waarbij een aantal elementen in omgekeerde volgorde herhaald worden.
Chiasmen komen frequent voor in 2 Nephi, soms kunstig gespreid over lange passages. Verderop komen we aan een uitgebreid voorbeeld.
(B) Het contrast
Een andere frequente parallelle structuur is het contrast (de technische term is antimetabole). Het vermelden van één concept roept meteen de tegenstelling op. Het is als een echo, vaak op het scharnierpunt van een voegwoord, zoals maar, of, dan wel, toch. Het is ook soms het punt, in het mondeling voordragen, waar normaal gesproken opnieuw ingeademd wordt om het vervolg te kunnen uitspreken. Zo krijgt de tekst een muzikale vorm die ook het onthouden ervan bevordert. Wie zich erop toelegt, kan de tekst met die bijzondere dimensie lezen.
Voorbeelden uit de teksten voor deze les:
Ook contrasten tussen woorden zitten regelmatig in de tekst verweven en geven het een zeker ritme. Heeft men één concept gehoord, mag je het tegengestelde iets later verwachten. (klik op de kader om te vergroten of te projecteren)
2 Nephi 2 is een hoofdstuk dat contrasten sterk benadrukt, zeker omdat Lehi in dat hoofdstuk de tegenstelling als doctrinaal concept onderwijst in een passage vol contrasten:
Verschillende types van parallelle structuren kunnen ook dooreen geweven zijn. Zo houdt een chiasme soms ook een contrast in. Dan bevindt het tegenstellend voegwoord zich meestal in het midden van het chiasme. Een voorbeeld is de hierboven vermelde passage van 2 Nephi 1:28-29, maar nu iets breder genomen (deels gespreid over twee verzen, wat aantoont dat de indeling in verzen niet altijd de structuren respecteert):
(C) De herhalingsparafrase
Nog een frequente vorm van parallellisme is de onmiddellijke herhaling van een zin of een reeks zinnen met iets andere woorden (parafrase). Het is ook een onderwijskundige techniek om zaken beter te vatten en te onthouden: zeg het nog eens, maar nu met andere woorden.
Soms wordt de herhalingsparafrase uitgebreider, maar onmiskenbaar duidelijk (met soms ook een of meerdere contrasten in de parafrase): (klik op de kader om te vergroten of te projecteren)
3 – De diepgang in Lehi’s smeekbede tot zijn zonen
In 2 Nephi 1 vormen de verzen 13 tot 23 een rijke tekst, één groot chiasme, doorvlochten met andere chiasmen, contrasten en herhalingspatronen. Het gaat om een totaal van 427 woorden.
De tekst zelf is de aangrijpende bede van een vader tot zijn zonen. In de zinnen ervoor heeft Lehi een profetisch overzicht van de geschiedenis gegeven. Hij weet wat de gevolgen van keuzes zullen zijn. Na die beschrijving richt hij zich rechtstreeks tot zijn zonen: “Daarom, mijn zonen, wil ik dat gij dit in gedachte houdt; ja, ik wil dat gij naar mijn woorden luistert”. Hier pleit nu “een bevende ouder”, die zich al dicht “bij het graf” weet, voor de toekomst van zijn kinderen.
Samengevat ziet het chiasme er zo uit. Lees de zin bij elke letter met zijn tegenhanger onderaan.
In het detail worden bovenstaande hoofdgedachten verder verrijkt met contrasten, herhalingen en interne chiasmen. Zie hiervoor deze pdf voor het volledige beeld.
4 – “Adam fell…” Hoe te vertalen? Voor taal- en doctrineliefhebbers!
De Engelse tekst van 2 Nephi 2:25 luidt — en ik vestig meteen de aandacht op een woord:
Adam fell that men might be;
and men are, that they might have joy.
Het is een van de beroemdste verzen uit het Boek van Mormon. Het vat in slechts veertien woorden van elk één lettergreep (behalve “Adam”) de essentie van het plan van redding (= plan of salvation) samen. Het bevestigt twee fundamentele, optimistische mormoonse leerstellingen:
- De val van Adam maakte het mogelijk voor de mens om op aarde te bestaan.
- Het doel van dat bestaan is vreugde.
Maar hoe juist vertalen? Het compacte Engels, en vooral de modale vorm “might”, laat immers wat mogelijkheden toe. En dan hangt het deels van doctrinale interpretatie af hoe men vertaalt.
De huidige Nederlandse vertaling luidt (zo ook behouden in de editie van 2017):
Adam viel, opdat de mensen zouden zijn;
en de mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben.
De vroegere Nederlandse editie van het Boek van Mormon vertaalde als volgt:
Adam viel, opdat de mensen mochten zijn,
en de mensen zijn, opdat zij vreugde mogen hebben.
De huidige Duitse vertaling luidt:
Adam fiel, damit Menschen sein können,
und Menschen sind, damit sie Freude haben können.
In het Duits gaat het dus om kunnen zijn en kunnen hebben (voor de kenners: de vorm können heeft de waarde van een Präsens Konjunktiv na het voegwoord damit).
Wat denkt u? Hebben de Nederlandstaligen met de huidige Nederlandse vertaling meer of minder kans dan de Duitstaligen om vreugde te bereiken? 🙂
De keuze van een woord in vertaling kan inderdaad leerstellige implicaties hebben.
- Betekent het voegwoord “that” (tweemaal gebruikt) opdat of zodat of waardoor? Met andere woorden, was het bestaan van de mens het doel of het gevolg van de val? Voor het mormonisme het verlangde doel, voor de rest van de christelijke wereld het spijtig gevolg. Een groot verschil! Opdat is dus allicht de beste vertaling. Het Duitse damit laat echter verschillende interpretaties toe.
- In “Adam fell that men might be”, betekent “might be” mochten zijn, zouden zijn, konden zijn of zouden kunnen zijn? Naar gelang de vertaling verzwakt of versterkt immers de keuzevrijheid en de bestaansreden voor de mens. Doordenkertje! Noteer dat “might” (verleden tijd van “may”) hier na een werkwoord in de verleden tijd staat (“fell”). Er is dus overeenkomst van beide tijden in het verleden.
- Het volgende is echter belangrijker. Vertalen we “that they might have joy” met opdat zij vreugde mogen hebben, opdat zij vreugde mochten hebben, opdat zij vreugde kunnen hebben, opdat zij vreugde konden hebben of met opdat zij vreugde zouden kunnen hebben? Al die vertalingen zijn mogelijk: ze geven het onzekere van “might” weer en verzekeren geen automatische vreugde. Maar de vertaling opdat zij vreugde zullen hebben (of opdat zij vreugde zouden hebben) impliceert dat de vreugde op termijn verzekerd is. De doctrinale implicatie is groot: met de huidige Nederlandse vertaling, opdat zij vreugde zullen hebben, zitten we dicht bij voorbestemming of predestinatie, en nog wel universeel voor iedereen, wat geen mormoonse doctrine is. De vertaling “zullen hebben” kan dus niet. Noteer dat de tweede “might” nu na een werkwoord in de tegenwoordige tijd staat (“are”). Er is geen overeenstemming van beide tijden in het verleden. Volgens de Engelse grammatica verandert dat de waarde van “might”. De tekst zegt immers niet “that they may have joy” en zeker niet “that they will have joy”. De vorm “might”, na de tegenwoordige tijd “are”, krijgt een voorwaardelijke betekenis en maakt het bereiken van de vreugde niet evident. Dat is mormoonse doctrine: vreugde is afhankelijk van ons gedrag.
En nog enkele puntjes:
- Vertaal je het Engelse “men” eerder door mensen, de mensen, de mens of de mensheid? Zeker niet door “mannen”. In modern Engels taalgebruik vallen de vrouwen er nu buiten. “Men and women” is uiteraard de bedoeling. Andere talen beschikken echter niet over de algemene term waarover wij in het Nederlands met “de mensen” beschikken. Ook het Duits heeft dat woord, maar daar is het vertaald met “Menschen”, zonder lidwoord. Dus niet alle mensen?
- “Joy” , zonder lidwoord, kan letterlijk in het Nederlands als “vreugde” vertaald worden. Maar niet in andere talen. In het Frans moet er bijvoorbeeld gekozen worden tussen avoir la joie of avoir de la joie. En dat maakt een verschil in definitie en in intensiteit.
En dan spreken we nog niet over talen zoals Japans of Koreaans, waarbij werkwoordsvormen en concepten soms ver van Europese talen liggen.
Nogmaals, de essentie van de boodschap is duidelijk. Maar nadenken over vertaling doet ook nadenken over de meest adequate betekenis van Schriftteksten.
5 – Gestructureerd lezen
Algemeen overzicht van 2 Nephi
- De afscheidswoorden en zegeningen van Lehi aan
– zijn zoons, Laman en Lemuel in het bijzonder, maar ook de anderen (2 Ne 1:1-29)
– Zoram, de ex-dienstknecht van Laban (2 Ne 1:1-30-32)
– zijn zoon Jakob (2 Ne 2:1-13)
– al zijn zoons (2 Ne 2:14-30)
– zijn zoon Jozef (2 Ne 3:1-25)
– zijn kleinkinderen uit Laman en Lemuel (2 Ne 4:3-9)
– de familie van Ishmaël (2 Ne 4:10)
– zijn zoon Sam (2 Ne 4:11)
- De dood van Lehi (2 Ne 4:12)
- De psalm of lofzang van Nephi (2 Ne 4:16-35)
- De splitsing in twee groepen – Nephieten en Lamanieten (2 Ne 5)
- Woorden van Jakob (2 Ne 6 – 10)
- Woorden en profetieën van Nephi
– het bewijs van Gods bestaan (2 Ne 11)
– aanhalingen uit Jesaja (2 Ne 12 – 25)
– eigen profetieën van Nephi (2 Ne 26- 32)
– zijn afscheid (2 Ne 33)
2 Ne 1 Afscheidswoorden en zegeningen van Lehi aan zijn zoons en aan Zoram
2 Ne 1:1 Nephi ruimt plaats voor de woorden van zijn vader.
2 Ne 1:2-5 Lehi begint met een terugblik
- de waarschuwing om Jeruzalem te verlaten
- profetische bevestiging dat Jeruzalem verwoest is (door Nebukadnezar II in 586 v.C., met verwoesting van de tempel
- de vestiging in het land van belofte (Amerika)
2 Ne 1:6-9 Beloften aangaande het land: zegen afhankelijk van gehoorzaamheid
2 Ne 1:10-12 Profetie over de toekomst van zijn nakomelingen:
- wanneer zij in ongeloof zullen omdolen (= vanaf 200 n.C.)
- dan zullen er andere natiën naar Amerika komen (= vanaf de 16e eeuw)
- gevolgd door bloedvergieten en grote bezoekingen (= uitmoording van Indianen)
2 Ne 1:13-23 De doorvoelde oproep en smeekbede van een vader aan zijn zoons.
Voor de algemene structurering van deze passage: zie hierboven onder punt 3.
Voor de volledige structurering van deze passage: zie deze pdf .
2 Ne 1:24-29 Lehi neemt het op voor zijn zoon Nephi en drukt de anderen op het hart naar hem te luisteren.
2 Ne 1:30-32 Boodschap van Lehi aan Zoram
2 Ne 2 Verdere afscheidswoorden en zegeningen van Lehi
2 Ne 2:1-4 Elementen uit de jeugdjaren van Jakob:
- geboren in beproeving, opgegroeid met veel smart
- vertrouwd met de grootheid Gods
- heeft de Verlosser zien komen in het midden des tijds
- heeft in zijn jeugd de heerlijkheid Gods aanschouwd
2 Ne 2:5-10 Doctrinale verzen over het plan van redding
Zonder in het detail van de structuur te treden, is dit de algemene opbouw:
De mensen kunnen goed en kwaad onderscheiden
A door de wet wordt niemand gerechtvaardigd;
door de wet worden de mensen afgesneden
B de wet eist dat overtredingen bestraft worden
C de tijdelijke wet = de overtreding van Adam brengt de
lichamelijke dood over de mens = elk van ons zal sterven
D de geestelijke wet = onze eigen overtredingen brengen
de geestelijke dood over ons = wij zijn afgesneden van God.
A de verlossing komt door de Heilige Messias:
Hij geeft Zichzelf als een offer voor de zonde
B om te voldoen aan de vereisten der wet – de verzoening:
C de lichamelijke dood overwint Hij door de opstanding
D de geestelijke dood overwint Hij door onze voorspraak te zijn bij God indien wij in Hem geloven en Hem volgen
2 Ne 2:11 Want het is noodzakelijk dat er een tegenstelling in alle dingen is…
Zoals hierboven gemeld, het vers zelf is een toonbeeld van parallellisme vol contrasten:
2 Ne 2:12-14 De redenering van Lehi: zonder tegenstelling, zou alles voor niets zijn geschapen, … zou er zelfs niets bestaan.
2 Ne 2:15-21 De plaats van de schepping en van Adam en Eva in het plan van redding.
- de noodzakelijke tegenstelling in de Hof van Eden: de verboden vrucht in tegenstelling tot de boom des levens
- de mens kon zelfstandig handelen, maar moest door iets worden verlokt
- de duivel, uit het voorbestaan gestoten, verleidde de mens
- de mens werd verdreven uit de Hof van Eden
- het aardse leven werd een proeftijd
2 Ne 2:22-25 De redenering leidt tot een uniek inzicht:
- zonder de overtreding, zou alles voor eeuwig hetzelfde zijn gebleven,
- zonder ellende, maar ook zonder vreugde
Dus (huidige Nederlandse vertaling):
- Adam viel, opdat de mensen zouden zijn;
- en de mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben.
2 Ne 2:26-27 De Messias komt om de mens van de val te verlossen.
2 Ne 2:28-30 Lehi richt zich opnieuw direct tot zijn zoons in een dramatische oproep.
[1] De enkele gegevens voor dit onderdeel komen uit veel rijkere bronnen: Michael R. Ash, “Challenging Issues, Keeping the Faith: Nephite Names Find a ‘Home’ in Middle East,” Deseret News, 31 May 2010; Sharon Black and Brad Wilcox, “188 Unexplainable Names Book of Mormon Names No Fiction Writer Would Choose,” Religious Educator 12, no. 2 (2011), 119-133; Jeffrey R. Chadwick, “Lehi in the Samaria Papyri and on an Ostracon from the Shore of the Red Sea,” Journal of the Book of Mormon and Restoration Scripture 19/1 (2010): 14–21; Hugh W. Nibley, An Approach to the Book of Mormon, 3rd edition, (Vol. 6 of the Collected Works of Hugh Nibley), edited by John W. Welch (Provo, Utah : Foundation for Ancient Research and Mormon Studies, 1988), Chapter 22; Matthew Roper and John A. Tvedtnes, “Further Evidence for Book of Mormon Names,” Insights 19, no. 12 (1999):2; John A. Tvedtnes, “Hebrew Names in the Book of Mormon,” in G. Khan, et al., eds., Encyclopedia of Hebrew Language and Linguistics, 4 vols. (Leiden: Brill, 2013), II:787–788; John A. Tvedtnes, John Gee and Matthew Roper, “Book of Mormon Names Attested in Ancient Hebrew Inscriptions,” Journal of Book of Mormon Studies 9, no. 1 (2000):40–51.
[2] Robert Alter, The Art of Biblical Poetry (New York: Basic Books, 1985); Adele Berlin, The Dynamics of Biblical Parallelism (Bloomington: Indiana University Press, 1985).
[3] Kevin L. Barney, “Poetic Diction and Parallel Word Pairs in the Book of Mormon,” Journal of Book of Mormon Studies 4, no. 2 (1995): 15–81; Donald W. Parry, Poetic Parallelisms in the Book of Mormon: The Complete Text Reformatted (Provo, Utah: The Neal A. Maxwell Institute for Religious Scholarship, Brigham Young University, 2007).