Deze keer draagt Nathalie een minirokje. Op zondag in de kerk. Ondanks mijn gesprek, als jonge gemeentepresident, met haar vorige week. In weerwil van het gesprek de maand voordien. Toen was haar blote middenrif de aanleiding. Nu de minirok.
De ouders van de andere meisjes en jongevrouwen reageren verstoord. Dit slechte voorbeeld heeft immers ook impact op hun kroost. Ze weten het: Nathalie is een rebel. Provocatie is haar motto.
Geregeld zijn kledingnormen dan ook onderwerp in leiderschapvergaderingen — met de veertienjarige Nathalie in gedachte. Gelukkig lopen de enkele andere meisjes in onze kleine gemeente haar voorbeeld niet achterna. Die werken aan hun Jongevrouwenprogramma. En de jongemannen lijken hun afstand te houden.
Toespraken en lessen vermelden zedige kledij. Vrouwen moeten hun lichaam eren, want heilig. Voed niet de immorele gedachten die jongens niet kunnen controleren. Er zijn manieren om er mooi uit te zien, terwijl men toch bescheiden kleding draagt. De hele gemeente weet voor wie de woorden bedoeld zijn. Maar heeft Nathalie het begrepen? Heeft ze zelfs geluisterd? Mensen kijken heimelijk naar haar, bezorgd, ontstemd.
Nee, de individuele gesprekken helpen niet. Integendeel. Na het middenrif, nu het minirokje. Waarom zo’n onwil om normen te volgen?
Praten met Nathalie’s moeder? Dat doe ik dan ook van tijd tot tijd. Maar wanneer ik haar in mijn kantoor vraag, is zij diegene die eindeloos praat. Over haar ex-man, zorgen om de alimentatie, uitdagingen met de ziekteverzekering, de kosten van haar flat, haar tijdrovende job, altijd haar eigen behoeften. Mijn pogingen om het gesprek op Nathalie te richten leiden nauwelijks tot een reactie.
Maar nu de minirok.
– Nathalie, waarom blijf je je op die manier kleden?
Deze keer heb ik de vraag direct gesteld, met een streng gezicht. Ze zit aan de andere kant van het bureau, in het kleine kantoor. Ze antwoordt niet meteen, pauzeert, kijkt me recht in de ogen. Ze peilt me. Ik voel me ongemakkelijk. Dan, beheerst, onderhandelend, met de ontwapenende logica van een tiener:
– Als ik me behoorlijk kleed, zal je dan nog van tijd tot tijd met mijn mama praten? Ze heeft het nodig.
***
Dank je, Nathalie, voor dat gesprekje van jaren geleden. Ik had toen nog veel te leren over het verschil tussen het ingebeelde en het essentiële. En naar wat we moeten luisteren en waar we overheen moeten kijken.