De laatste reis van Martin Harris

December 1869. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen bestaat al bijna veertig jaar. Sinds 1847 is het centrum ervan in Salt Lake City, Utah gevestigd. Zendelingen prediken in tal van landen. Bekeerlingen uit Europa blijven toestromen.

Na zijn zending in Engeland, keert een zekere Elder William Homer terug naar Utah. Op hun route stoppen hij en zijn collega in Kirtland, Ohio, de historische stad waar de kerkleden hun eerste verzamelplek hadden en hun eerste tempel bouwden, begin jaren 1830. Nu, in 1869, staat de tempel er nog, wat verwaarloosd, niet meer in het bezit van de kerk en door verschillende groepen gebruikt.

Jullie willen zeker de tempel zien? Ik haal de sleutel.

De twee zendelingen hebben nog een reden om in Kirtland te stoppen: daar woont nog steeds de nu 87-jarige Martin Harris, een van de drie Getuigen vermeld bij de aanvang van het Boek van Mormon. Homer is bovendien verwant met Martin Harris: in Utah is zijn zus getrouwd met de oudste zoon van Harris, Martin junior. Maar Martin Harris senior zelf heeft al lang geleden gebroken met wat in Utah gebeurt.

Homer en zijn collega kloppen aan bij het huis waar Martin inwoont bij een koppel dat zich om hem bekommert, vlak bij de tempel. Homer vertelt:[1]

Martin Harris in 1870

“Ik zag een armzalig geklede, uitgemergelde man. In zijn gezicht kon je zijn levensverhaal lezen. Je zag tekenen van geestelijke verheffing, naast tekenen van diepe teleurstelling. Maar in zijn ogen blonk ook het verlangen naar vrede, naar voldoening, naar een goddelijke rust. Het was een zielige figuur, en toch straalde hij de kracht uit van iemand met uitzonderlijke ervaringen.”

Homer stelt zich voor als een Elder van de kerk, op terugreis van Engeland naar Utah en als familielid. Martin Harris lijkt het familieverband niet te horen en reageert meteen kort:
– Een van die Brighamiet mormonen, zeker?

Hij haalt meteen bitter uit naar het mormoons imperium in Utah. Dan, rustiger:
– Jullie willen zeker de tempel zien? Ik haal de sleutel.

Martin Harris is inderdaad de tempelconciërge die al jaren bezoekers rondleidt. Zo gauw ze de tempel betreden, verandert zijn houding. Bezield leidt hij de zendelingen rond. Hij legt uit hoe elk deel gebruikt werd, waartoe de verschillende podia dienden, waar de School der Profeten plaatsvond en waar ooit de tempelvoorhang hing. Hij vertelt over de geweldige gebeurtenissen die hij en anderen hier hebben beleefd. Maar dan blikt hij verbitterd terug op het moment dat het allemaal misliep, ja, toen in 1837 …

Homer polst naar zijn geloof in het Boek van Mormon. De magere man lijkt plots indrukwekkend te veranderen. Hij wijst met uitgestrekte hand naar de zon die door de ramen schijnt.

“Jongeman, of ik geloof? Zie je de zon schijnen? Net zo zeker als de zon op ons schijnt en ons licht geeft, net zo zeker als de levensadem ons ondersteunt, zo zeker weet ik dat Joseph Smith een ware profeet van God was, door God gekozen om de laatste bedeling van de volheid der tijden in te luiden, zo zeker weet ik dat het Boek van Mormon goddelijk werd vertaald. Ik heb de platen gezien, ik heb de Engel gezien, ik heb de stem van God gehoord. Ik weet dat het Boek van Mormon waar is en dat Joseph Smith een ware profeet van God was.”

Homer vertelt hoe subliem het moment overkwam: “We voelden ons begeesterd tot in het diepste van ons wezen. Dit was de echte Martin Harris wiens brandende getuigenis geen macht op aarde kon blussen. Het was het heerlijkste moment in mijn leven.”

Dan vraagt Martin Harris aan Homer:
– Wie zei je ook weer dat je was?
Homer herhaalt de familierelatie. Nu vat Harris het.
– Dus, mijn zoon Martin is met je zus getrouwd? Ken je mijn familie dan?
– Ja, zou u ze niet willen weerzien?
– Ja … ik zou graag Caroline en de kinderen zien, maar ik ben te arm voor zo’n reis.
– Dat hoeft niet in de weg te staan. President Young zal zeker graag de middelen verschaffen om u naar Utah te laten komen.

Alleen al de vermelding van Brigham Young maakt Martin boos.
– Brigham Young, die zal niets doen… Of, wacht, vertel Brigham Young over je bezoek hier. Zeg hem dat Martin Harris een oude man is die van liefdadigheid leeft. Zeg hem dat ik Utah, mijn familie, mijn kinderen wel zou willen bezoeken, maar ik wil geen persoonlijke gunst. Zeg hem dat als hij geld stuurt, hij genoeg moet sturen voor de heen- en terugreis. In Utah wil ik niet blijven.

Homer neemt afscheid van Martin en reist verder naar Salt Lake City.  Bij aankomst gaat hij meteen Brigham Young opzoeken om hem te vertellen dat Martin Harris mogelijk bereid is naar Utah te komen. Hoe zal de kerkpresident daarop reageren?

Maar eerst, hoe was het zover kunnen komen dat een welstellende farmer en een van de meest nabije en bevoorrechte medestanders van Joseph Smith, één van de Drie Getuigen in 1829, veertig jaar later als een oude arme man in Kirtland verkommerde?[2]

***

Het zij bekend aan alle natiën, geslachten, talen en volken …

Geen man had van zo nabij elke stap in de Herstelling kunnen volgen, vanaf het moment in 1824 in Palmyra, toen Martin Harris de 19-jarige Joseph Smith ontmoette en over de gouden platen hoorde. Martin was toen zelf 40 jaar oud en bij de eersten die geloof hechtten aan Josephs verhaal. Hij gaf hem geld om voort te kunnen. Hij was het die in 1828 met een afschrift van tekens op de platen naar professor Charles Anthon trok.[3] Hij was het die een tijd de pen vasthield toen Joseph de vertaling van het Boek van Mormon begon te dicteren. Maar hij was het ook die de eerste 116 bladzijden liet verloren gaan door het toedoen van zijn vrouw Lucy.[4]

Martin en Lucy hadden vier kinderen. In 1828 was de oudste, ook Lucy genaamd, 19 jaar oud en pas getrouwd. Duty, geboren in 1811, was overleden op vierjarige leeftijd. Zoontje George was nu, in 1828, acht jaar oud, en dochtertje Betsey was er zes.

In juni 1829 ervaarde Martin, zoals Oliver Cowdery en David Whitmer, de glorieuze manifestatie zoals die als “Het Getuigenis van Drie Getuigen” vooraan in elk exemplaar van het Boek van Mormon te lezen valt.[5]

Het zij bekend aan alle natiën, geslachten, talen en volken tot wie dit werk komt: dat wij, door de genade van God de Vader en onze Heer Jezus Christus, de platen hebben gezien die deze kroniek bevatten, die een kroniek is van het volk van Nephi … En wij getuigen ook dat wij de graveersels die op de platen staan, hebben gezien; en zij zijn ons getoond door de macht van God en niet door die van de mens. En wij verklaren in ernstige bewoordingen dat een engel van God uit de hemel neerdaalde, en ze meebracht en voor onze ogen neerlegde, zodat wij de platen en de graveersels erop aanschouwden en zagen …
Oliver Cowdery
David Whitmer
Martin Harris

Om het drukken van het Boek van Mormon te bekostigen — meteen 5000 exemplaren, wat ongezien was voor de tijd —, nam Martin Harris een hypotheek op zijn eigendom. Vervolgens stak hij al zijn energie in het verspreiden van de boeken. Omdat de verkoop niet vlotte, moest hij uiteindelijk een groot deel van zijn eigendom verkopen om de schuld te vereffenen. Zijn vrouw Lucy kon het hele gebeuren niet meer aanzien, pakte haar koffers en ging een eind verder wonen met hun twee nog thuiswonende kinderen.[6] Martin en Lucy bleven wel overleggen over wederzijdse belangen en de scholing van de kinderen. Hij zorgde ervoor dat ze niets tekort kwamen.

Martin Harris was erbij, op 6 april 1830, toen de kerk officieel werd georganiseerd. Hij was een van de eersten die toen gedoopt werden door Oliver Cowdery.

Een jaar later aanvaardde hij de ingrijpende oproep om met de kerkleden van Palmyra naar Kirtland in Ohio te migreren (zie de kaart, nummers 1 en 2).

Toestand in 1847

 

In juli 1831 was Martin Harris erbij toen Joseph Smith in Independence, Missouri de plaats toewijdde als het centrum voor Zion en zijn toekomstige tempel (zie de kaart, nr. 3).[7] Hij was getuige van al de geestelijke ervaringen die ermee gepaard gingen. Hij droeg gul bij voor de aankoop van gronden.[8] Hij kreeg ook de opdracht om de openbaringen aan Joseph Smith in boekvorm te verzamelen — The Book of Commandments, dat later de Doctrine and Covenants — de Leer en Verbonden — werd.[9]

Vervolgens ging Martin Harris op zending in de Staten New York (NY) en Pennsylvania (PA), bracht een tweehonderd bekeerlingen tot de kerk, belandde in de gevangenis, maar ging onverschrokken voort met prediken. Terwijl Joseph Smith alle mogelijke aanvallen op zijn persoon moest verduren, gebeurde hetzelfde met Martin Harris: als een van de drie Getuigen, met zijn naam vooraan in het Boek van Mormon, werd hij onafgebroken in de anti-mormoonse pers en literatuur als leugenaar en oplichter door het slijk gesleurd.[10]

In 1834 nam Martin Harris deel aan Zions Camp, de expeditie van zo’n tweehonderd man die, onder leiding van de Profeet, terug van Kirtland naar Missouri snelde om daar de vervolgde heiligen te helpen. Ze slaagden niet in hun opzet het verloren land terug te winnen, maar de ontberingen en geestelijke ervaringen onderweg smeedden hechte banden onder de deelnemende heiligen, waaronder ook enkele vrouwen en kinderen.

Het kanteljaar 1836 en de crisis van 1837

Het jaar 1836 werd voor de nu 53-jarige Martin echter een kanteljaar op verschillende vlakken. Vroeg in dat jaar stierf zijn vrouw Lucy, van wie hij gescheiden leefde maar die hij nog geregeld bezocht in Palmyra. Martin was aan haar zijde toen ze heenging. Ze was 44. Besefte hij hoe zijn geloof hun huwelijk had ondergraven? Hun twee nog niet gehuwde kinderen waren nu 16 en 14 jaar oud. Zij moesten niets van de kerk weten, maar Martin zorgde wel voor hun onderhoud bij familie.

Terug in Kirtland was Martin erbij voor de inwijding van de eerste tempel van deze tijdsbedeling, op 27 maart 1836.

Dat hoogtepunt werd echter meteen overschaduwd. Martin had zijn broer Preserved, een welstellend grondbezitter, al in 1831 bij de kerk gebracht. Joseph Smith en de hoge raad van Kirtland vonden dat Preserved te weinig geld bijdroeg en stelden hem onder kerkelijke censuur. Daarop keerde Preserved zelf de kerk de rug toe. Martin zat verscheurd tussen begrip voor zijn broer en zijn eigen trouw aan de kerk. Maar was de kerkleiding niet te veeleisend wat geld betrof?

Opwekkend stond daar dan zijn tweede huwelijk tegenover, op het einde van 1836. Caroline Young, dochter van John Young en nicht van Brigham Young, was ervan overtuigd dat ze nooit zou trouwen omwille van haar pokdalig gezicht, erfenis van een kinderziekte. Ze was 20, Martin nu 53. Ze aanvaardde zijn huwelijksaanzoek. Samen zouden ze zeven kinderen krijgen, waarvan twee jong stierven. Maar wat zou hun huwelijksleven worden?

Dan volgde echter het ergste dieptepunt. De kerk zat zwaar in de schulden. De kerkleiders richtten een eigen financiële instelling op — de Kirtland Safety Society Anti-Banking Company. Ze drukten eigen waardepapieren die gedekt werden door de eigendommen van al wie mee instapten. Elk waardepapier was mede getekend door Joseph Smith. Deelname werd als een kerkelijke plicht verkondigd. Een paar honderd gezinnen, waaronder nagenoeg alle kerkleiders, stapten in het systeem — behalve Martin Harris. Hij had geen vertrouwen in een constructie die amper wettelijk was. Het leidde tot conflicten. Men verweet hem gebrek aan trouw. Maar al spoedig kreeg Martin gelijk toen het systeem instortte en honderden gezinnen hun geld en bezittingen verloren. Veel van de gedupeerden keerden zich toen tegen Joseph Smith, Brigham Young en andere leiders die zelfs Kirtland moesten ontvluchten.

Martin Harris viel in vertwijfeling. Hij voelde zich bovendien onterecht afgestraft toen hij werd ontheven als lid van de hoge raad van Kirtland. Volgens enkele van zijn tijdgenoten vocht hij ook met frustraties. Al jaren zag Martin hoe mannen die na hem bij de kerk waren gekomen, mannen die hijzelf bij de kerk had gebracht, de een na de andere tot hoog leiderschap werden geroepen, in het Eerste Presidium, het Quorum van Twaalf, het Quorum van Zeventig. Van geen enkele werd hij deel. En toch was hij de man die van het eerste uur met al zijn kracht en materiële middelen de Herstelling had helpen tot stand brengen, hij, een van de Drie Getuigen. Zelf blijkt Martin die frustraties nooit op papier te hebben gezet, dus of hij echt eerzuchtig was, is niet zeker. Maar zich onbegrepen en buitengesloten voelen, dat zeker wel.

Zeven kinderen en zoekend naar houvast in de deining

Na het bankdebacle vormden een groot aantal leden in Kirtland een eigen kerkelijke groep — the Church of Christ — waar ook Martin Harris aansluiting mee zocht. In verwarrende omstandigheden leidde het ertoe dat de “officiële” hoge raad van Kirtland hem en een veertigtal andere “dissidenten” excommuniceerde eind december 1837. Een zwaarder verdict kon hem niet treffen, hij die zoveel voor Joseph Smith en voor de jonge kerk had gedaan.

Te midden van al dat tumult in Kirtland beviel Caroline op 28 januari 1838 van hun eerste kind, een zoon die de naam Martin Harris junior kreeg. Ook voor Caroline was de situatie hachelijk: zowat al haar familieleden, waaronder haar oom Brigham Young, hadden Kirtland verlaten om zich aan te sluiten bij Joseph Smith in Missouri. Ondanks de problemen waar Martin mee worstelde, was ze nochtans vastbesloten het beste van hun huwelijk te maken.[11] Zou ze het volhouden?

Voor Martin begon een lange periode van zoeken naar helderheid en houvast.

Hij brak al snel met de dissidente “Church of Christ”-groep in Kirtland. Hun leiders, nog steeds verbitterd om het bankdebacle waar ze Joseph Smith verantwoordelijk voor achtten, besloten dat het Boek van Mormon ook het resultaat was van oplichting. Martin reageerde scherp: krachtig getuigde hij van de waarheid en van zijn persoonlijke ervaring. Waar hij ook kon, bleef hij de boodschap van de goddelijke herkomst van het Boek van Mormon verdedigen.

Ondertussen maakte het gros van de kerk de grootste moeilijkheden mee in Missouri. Conflicten met de niet-mormonen leidden tot bloedige vervolgingen. Uiteindelijk vonden de leden een nieuwe thuis in de buurstaat Illinois, waar zij in 1839 de stad Nauvoo stichtten (zie de kaart, nr. 4). Met welke gevoelens heeft Martin Harris dit alles van bezoekers en uit kranten en brieven vernomen?

Zijn eigen naam bleef ook volop circuleren — en nu aangevallen langs twee zijden. Anti-mormonen bleven hem, door zijn getuigenis in het Boek van Mormon, schamper belasteren. Maar ook binnen de kerk werd hij nu als “afvallige” afgeschilderd. Hij werd als tragisch voorbeeld aangehaald van iemand die door de Heer uitzonderlijk bevoorrecht was, maar het door eigen schuld had verknoeid. Word geen afvallige zoals Martin Harris, klonk de waarschuwing.[12] Tekenend is echter dat Martin Harris daar geen eigen aanval tegenover stelde. Hij bleef gewoon getuigen van de waarheid van de herstelling. Verder zorgde hij voor zijn nieuw gezin en voor de belangen van zijn twee oudere kinderen in Palmyra.

Eind 1839 baarde Caroline een tweede kind, ook Caroline genoemd, een meisje dat het jaar daarop overleed.

Toch kwam er ook een kerkelijk lichtpunt: in 1841 en 1842 herstelde de “officiële” gemeente in Kirtland zich langzamerhand. Martin kon opnieuw rekenen op vrienden in die mate dat hij opnieuw gedoopt werd als volwaardig lid. Maar één tegenstem sloot hem uit van deelname aan zijn priesterschapsquorum.

In 1841 stierf Martins oudste dochter uit zijn eerste huwelijk, Lucy junior, op 32-jarige leeftijd. Jong sterven aan de een of andere ziekte was niet ongewoon in die tijd, en vrouwen meer dan eens bij de bevalling. Het maakte de tragiek echter niet lichter voor ouders die een kind moesten begraven.

Op 29 april 1842 kreeg Caroline haar derde kind, Julia.

Kerkelijk ging het echter weer bergaf in Kirtland: de kerkleiders in Nauvoo beslisten dat alle leden, waar dan ook, moesten “vergaderen” door zich in Nauvoo en omgeving te vestigen. Daar werd ook volop aan een nieuwe tempel gebouwd. In 1843 en 1844 trokken daarom nagenoeg alle kerkleden weg uit Kirtland, richting Nauvoo. Martin Harris besloot in Kirtland te blijven, in de schaduw van de eerste tempel waar hij aan verknocht was. Vreesde hij nieuwe ontgoochelingen als hij zou verhuizen? Wilde hij niet onder ogen komen van hen die hem, vanuit zijn standpunt, zo onheus behandeld hadden? Wilde hij zijn nieuw gezin niet in een avontuur storten nu de geruchten toenamen van groeiende moeilijkheden in Nauvoo? Zeker is dat Martin Harris zich opnieuw verlaten voelde toen zelfs zijn beste vrienden vertrokken.

De moeilijkheden in Nauvoo leidden tot een climax. Op 27 juli 1844 werden Joseph Smith en zijn broer Hyrum vermoord. De verslagenheid was niet te beschrijven. Het probleem van de opvolging stelde zich. Er waren verschillende kandidaten. Brigham Young haalde het, maar niet iedereen was overtuigd. We weten niet precies hoe Martin op al dat nieuws reageerde. Wel weten we dat hij een tijd religieuze inspiratie zocht bij de Shakers, een religieuze beweging die actief was in de buurt van Kirtland.

Op 11 juli 1845 werd het vierde kind van Martin en Caroline in Kirtland geboren: John.

James Strang

Dan, in 1846, kwam James Strang langs in Kirtland: hij was de leider van een groot deel van de kerkleden die Brigham Young niet gevolgd waren in Nauvoo, waaronder andere prominente leiders en leden van Joseph Smiths eigen familie. Op een bepaald ogenblik telde Sprangs kerk, die ook de naam Church of Jesus Christ of Latter-day Saints hanteerde, zo’n 12 000 leden. Martin Harris aanvaardde Strang als opvolger van Joseph Smith. Strang stuurde hem in oktober 1846 op zending naar Engeland, maar dat liep fout. De tegenstand van de “Brighamites” was er fel en Martin keerde al na een maand terug. Vervolgens maakte Martin zich los van Strang. Hij was weer een ontgoocheling rijker.

William McLellin

Dan verscheen William McLellin in Kirtland. McLellin was een van de twaalf apostelen ten tijde van het bankdebacle in 1837, maar brak met Joseph Smith. Ook hij trachtte een eigen beweging, onder de naam Church of Christ, leven in te blazen. Hij  kreeg Martin Harris mee aan boord. Maar ook deze beweging strandde na een tijd. Ondanks dat zwalpen tussen facties, behield Martin wel zijn verband met de kleine lokale “officiële” gemeente. Hij was zoekend, ja, maar beschouwde zich niet als afvallig. Hij bleef immers getuigen van de waarheid die de grondslag van de kerk vormde.

In Nauvoo kregen de kerkleden het steeds moeilijker. Steeds grimmiger dreigden de niet-mormonen. De uittocht van duizenden kerkleden richting het Verre Westen werd ingezet. De pas afgewerkte tempel ging verloren. Winter Quarters diende als tussenstop (zie de kaart, nr. 5). In juli 1847 bereikte de eerste groep het Grote Zoutmeer — het nieuwe Zion, toen nog deel van Mexico (zie de kaart, nr. 6).

In Kirtland bleef het rustig. In 1849 kregen Caroline en Martin er hun vijfde kind: Sarah. Het veelbelovend meisje zou 7 jaar oud worden tot het door ziekte werd geveld — de zoveelste tragedie.

Kerkelijk bleef Kirtland een trekpleister voor verschillende mormoonse groepen die er elk van overtuigd waren de ware erfgenamen van Joseph Smiths roeping te zijn. Allen erkenden ze echter de status van Martin Harris als een van de Drie Getuigen. Daarom trachtten ze ook zijn steun te krijgen. Martin liet zich echter niet meer verleiden om met de een of andere mee te lopen. Wel stond hij steeds klaar om zijn getuigenis van het Boek van Mormon krachtig te geven, aan wie ook.

In 1853 bereikte hij de leeftijd van 70.

Op 1 december 1854 werd het zesde kind van Caroline en Martin in Kirtland geboren: Solomon.

In 1855 verliest hij Betsey, de jongste dochter uit zijn eerste huwelijk. Ze was 33.

Het kanteljaar 1856

We bereiken het jaar 1856. In Kirtland verlangde Martins vrouw Caroline steeds meer naar Zion te trekken. Daar waren nu haar vader John Young, haar oom Brigham Young, andere familieleden en vele vrienden. Maar Martin twijfelde, verscheurd tussen de liefde voor zijn gezin en zijn afkeer van de “Brighamites” — nog verergerd door hun polygamie die daar in Utah nu openlijk beleden werd. Blijkbaar zat ook de rancune diep over onrecht, vermeend of terecht, dat hem was aangedaan. Wellicht vreesde hij ook verder als een afvallige verketterd te worden, als hij in Utah verscheen. Hij had al genoeg geleden onder veroordelingen en laster.

In 1856 hakte Caroline de knoop door: zij zou vertrekken met haar vijf in leven zijnde kinderen, tussen twee en achttien jaar oud. Hun wilde ze een toekomst in Zion geven. Bovendien was ze opnieuw zwanger. Martin gaf toe en verkocht eigendommen om de lange tocht en de hervestiging te financieren. Hij vertrok zelf mee, tot de tussenstop nabij Winter Quarters, in Council Bluffs in Iowa. Daar werden de compagnies georganiseerd voor het moeilijkste deel van de trek naar het Westen. Daar vond Caroline ook familie en vrienden die zich gereedmaakten voor de tocht. Daar werd ook Ida May Harris geboren, het zevende kind van Martin en Caroline. Maar daar ook stierf hun vijfde kind, de nu 7-jarige Sarah. Het leven gaf en nam.

Nog steeds kon Martin de gevreesde stap niet zetten naar het verre Utah. Ergens eind 1856 of begin 1857 keerde hij terug naar zijn vertrouwde plek in Kirtland waar hij nog tal van zaken te regelen had, alsook in Palmyra. Caroline en haar vijf kinderen bleven nog twee jaar in Council Bluffs. Verwachtte zij dat Martin toch nog van gedachte zou veranderen? Nee, het werd een feitelijke scheiding. Op  4 juni 1859 vatte zij met haar vijf kinderen de drie-maanden lange trek naar Zion aan, als deel van de Haight-Kessler Compagnie, een groep van 154 pioniers, met 75 huifkarren en 300 ossen. Op 1 september bereikten ze Salt Lake City. Het gezin vond er een warme thuis bij haar eigen vader, John Young, broer van Brigham Young. Vijf maanden later huwde Caroline met John Davis, een weduwnaar die zijn vrouw en drie van hun zes kinderen aan cholera verloren had tijdens hun trek naar Utah, met een andere compagnie in 1859. Dergelijke huwelijken, gedicteerd door dramatische omstandigheden en behoeften, waren gebruikelijk om gezinnen weer samen te stellen en kinderen een ouderpaar te geven. Caroline en John Davis gingen echter weer uit elkaar in 1867.[13]

In Kirtland verpauperde de eens welstellende Martin Harris. Betwistingen over eigendom, de beperkingen van zijn leeftijd, te gulle giften en onverstandige beslissingen brachten hem langzaamaan op de grens van de armoede. Tegelijkertijd bleef hij bezoekers ontvangen en rondleiden. Talrijk zijn de verhalen van reizigers die in Kirtland stopten en zich door Martin Harris lieten rondleiden in de tempel. Zo schreef David H. Cannon van zijn bezoek in 1861:

“Hij getuigde tot mij op de meest plechtige wijze dat een engel verscheen met de platen waarvan het Boek van Mormon vertaald werd, dat die platen de geschiedenis van oude bewoners van dit vasteland bevatten, en dat ze werden vertaald door de gave en macht van God. Er ging een gevoel met dat getuigenis gepaard, een gevoel dat ik daarvoor noch daarna ooit ervaren heb.”[14]

In 1864 vernam Martin dat zijn zoon George, kind van zijn eerste vrouw Lucy, gesneuveld was in de Amerikaanse Burgeroorlog. Daarmee waren alle vier de kinderen uit zijn eerste huwelijk overleden. Met nog twee overleden dochters uit zijn tweede huwelijk, had hij al zes kinderen verloren. Vijf jaar later, in 1869, vernam hij dat ook Julia, zijn vierde kind met Caroline, in Utah was overleden. Ze was 27.

***

Toch naar Zion

En zo bereiken we december 1869, wanneer Elder William Homer bij de nu 87-jarige Martin Harris aanklopt.

– Dus, mijn zoon Martin is met je zus getrouwd? Ken je mijn familie dan?
– Ja, zou u ze niet willen weerzien?
– Ja, ik zou graag Caroline en de kinderen zien, maar ik ben te arm voor zo’n reis.
– Dat hoeft niet in de weg te staan. President Young zal zeker graag de middelen geven om u naar Utah te laten komen.

Alleen al de vermelding van Brigham Young maakt Martin boos.

– Brigham Young, die zal niets doen… Of, wacht, vertel Brigham Young over je bezoek hier. Zeg hem dat Martin Harris een oude man is die van liefdadigheid leeft. Zeg hem dat ik Utah, mijn familie, mijn kinderen wel zou willen bezoeken, maar ik wil geen persoonlijke gunst. Zeg hem dat als hij geld stuurt, hij genoeg moet sturen voor de heen- en terugreis. In Utah wil ik niet blijven.

Op de avond van 25 december 1869 is Homer terug in Salt Lake City. Al de ochtend erna bezoekt hij de kerkpresident. Wanneer Brigham Young hoort dat Martin Harris bereid is om naar Utah te komen, reageert hij:

“Ik ben nog nooit over een bericht zo verheugd geweest als over dit bericht. Laat hem komen! Ja, zelfs als het mij m’n laatste dollar zou kosten. Martin heeft gul van zijn tijd en geld gegeven, in een tijd toen een dollar meer waard was dan duizend dollar nu. Laat hem komen!”[15]

Homer neemt ook meteen contact met de oudste zoon van Martin, de nu 31-jarige Martin Harris jr. die in Cache County woont, helemaal in het noorden van Utah. Daar is hij naartoe gezonden voor het vestigen van nieuwe nederzettingen met de uitdagingen van het harde pioniersleven. Ook Martin junior is uitermate verblijd dat zijn vader mogelijk de stap wil zetten om naar Utah te komen. Hij schrijft meteen een lange brief aan zijn grootoom Brigham Young om diens hulp te vragen. Martin junior is immers het kind van Caroline, de nicht van Brigham Young.

Er stellen zich wel praktische problemen. Is het absoluut zeker dat Martin wel wil komen? Zal hij niet terugkrabbelen? Bij wie zal hij verblijven? Op zijn leeftijd kan Martin Harris ook moeilijk alleen reizen. Zonder begeleiding en wat aanmoediging zal het wellicht niet lukken.

Edward Stevenson

Twee maand later bezoekt een andere zendeling, terugkerend van zijn arbeidsveld in het oosten van de V.S., Martin Harris in Kirtland. Het is de 50-jarige Elder Edward Stevenson, die Martin Harris al in 1833 ontmoet had. Bij aankomst in Kirtland, ziet hij hoe Martin net de tempel uitkomt, het Boek van Mormon in zijn hand. Zoals elke dag, heeft Martin opnieuw zijn sterk getuigenis aan bezoekers gegeven. Stevenson polst naar Martins werkelijke bereidheid naar Zion te komen, want praktisch is het toch nog een grote stap — zo’n verre reis. En wil hij dan nog terugkeren naar Kirtland of bij zijn familie in Utah blijven? Martin van zijn kant weet maar al te goed hoe sommigen kerkleden over hem geschreven hebben. Hoe zullen ze hem, de afvallige, daar ontvangen? Is hij wel welkom?

In de erop volgende maanden zorgt de nodige briefwisseling ervoor dat de realiteit van een definitieve reis naar Utah zich steeds scherper aflijnt. Ook Martins verlangen groeit om de stap te zetten. Martin junior bevestigt dat zijn vader meer dan welkom is in hun blokhut, daar in het hoge Cache County. Eerder dan kerkfondsen voor de reis te gebruiken, stelt Brigham Young voor om een inzameling te houden zodat meer mensen zich persoonlijk betrokken zouden voelen om Martin Harris te laten overkomen. Zelf geeft hij meteen 25 dollar als bijdrage. Het nieuws verspreidt zich en spoedig is de benodigde som er.

In juli 1870 reist Elder Stevenson per spoor naar Kirtland om er Martin op te halen. Treinverbindingen zijn nu immers mogelijk, maar nemen nog wel meerdere dagen, met tussenstops en overstappen. In Kirtland helpt Stevenson de oude Martin zich klaar te maken voor de reis. Op 19 augustus stappen ze op de trein naar Chicago. Bij aankomst daar, twee dagen later, moeten ze in een hotel overnachten. Een massa mensen komt erheen om de man te horen “die een engel heeft gezien”. En Martin spreekt hen toe. “Allen waren verbaasd om hem zijn verhaal te horen vertellen met een ongeëvenaarde kracht,” schrijft Stevenson.

De dag erna sporen ze verder naar Des Moines in Iowa. Daar worden ze verwelkomd door de lokale mormoonse gemeente. Op een vergadering met de leden getuigt Martin Harris uitgebreid over al wat hij heeft meegemaakt in de beginjaren van de kerk. De leden van de gemeente zorgen voor nieuwe kleren ter vervanging van zijn uitgerafeld pak. Martin is ontroerd is door zoveel vriendelijkheid. Elder Stevenson stelt Martin gerust dat ze in Utah even verwelkomend zullen zijn.

Op 30 augustus ’s avonds komen ze aan in Salt Lake City. De lokale kranten besteden er de nodige aandacht aan. Martin vreesde dat zijn problematisch verleden de toon van de commentaren zou bepalen. Maar de kerkelijke krant Deseret News vertelt dat Martin Harris

“al die voorbije jaren voelde dat zijn zending in Kirtland lag, dat de Heer verlangde dat hij daar bleef om er te getuigen van het Boek van Mormon, wat hij ijverig gedaan heeft, en het viel hem niet makkelijk Kirtland te verlaten. Martin Harris heeft nooit gefaald in zijn getuigenis van de goddelijke waarachtigheid van het Boek van Mormon.”[16]

De weken die volgen zijn een aaneenschakeling van vergaderingen en bezoeken, waaronder van Brigham Young . Van enige bitterheid is geen sprake meer. Een bijzonder moment is het weerzien met Caroline, nu 54 jaar oud. Ze hebben elkaar al veertien jaar niet meer gezien. Caroline is ondertussen gehuwd geweest met John Davis en heeft nu een eigen leven. De tijd en de omstandigheden maken een terug samenwonen niet mogelijk, maar de relatie tussen beiden blijft er een van vrienden met een innig gedeeld, zij beladen verleden.

Het Endowment House

Op 17 september laat Martin Harris zich herdopen in het Endowment House — de “voorlopige tempel” op Temple Square, aangezien de Salt Lake tempel pas 23 jaar later voltooid zal zijn. Herdoop was in die tijd gebruikelijk als teken van vernieuwing van verbonden. Hij wordt herbevestigd door de apostelen Orson Pratt, John Taylor, Wilford Woodruff en Joseph F. Smith.

Begin oktober 1870 vindt de algemene conferentie plaats in het Tabernakel. Op zondagochtend wordt Martin Harris gevraagd zijn getuigenis te geven. Voor hem is het zicht op de massa overrompelend: dit is wat het Boek van Mormon tot stand heeft gebracht. Voor de toehoorders is de ervaring uniek: te mogen luisteren naar een van de drie Getuigen.

Martin Harris Junior (1838-1913)

Martin Harris junior, de oudste zoon, is ondertussen van Cache County naar Salt Lake City gereisd om er zijn vader op te halen voor de reis naar het noorden. In het kleine stadje Smithfield vindt Martin senior er de rustieke omstandigheden terug van zijn eigen jeugd in Palmyra: een grote blokhut in een gebied dat nog grotendeels ontgonnen moet worden. Martin zal er nog vijf jaar wonen. Zowel kerkleden als buitenstaanders, van ver en nabij, komen hem er opzoeken om uit zijn mond de ervaringen te horen van veertig jaar eerder. Steeds herhaalt hij zijn getuigenis.

In 1872 is hij bij het huwelijk van zijn jongste dochter, Ida May, destijds geboren in Council Bluffs, en nu 17 jaar oud.

Tot in zijn laatste levensjaar zal Martin Harris nog kerkgeschiedenis beleven. In 1874 aanvaardt Martin junior de opdracht om in het kader van de nieuwe “United Order” aan een coöperatief landbouwproject deel te nemen in Clarkston, op zo’n twintig kilometer van Smithfield. Martin Harris, nu 92 jaar oud, verhuist mee. Negen maanden later treft hem een verlamming. Buren en vrienden komen hem bezoeken. Martins stem is verzwakt, maar de aanwezigen horen hem opnieuw getuigen. Op 10 juli 1875 overlijdt hij.

Martin wordt begraven op het kerkhof van Clarkston, in een kist van rood dennenhout, met in zijn rechterhand het Boek van Mormon en in zijn linkerhand de Leer en Verbonden.

In 1925 wordt op die plek een groter monument geplaatst, ingewijd door kerkpresident Heber J. Grant.

Home

==============

[1] De gegevens komen uit William H. Homer (sr.), “The Passing of Martin Harris,” Improvement Era 29 (March 1926): 468-72; William H. Homer (jr.) “’Publish It upon the Mountains’: The Story of Martin Harris, One of the Three Witnesses of the Book of Mormon.” Improvement Era 58 (March 1955): 144-46, 194-95; (April 1955): 238-39, 244; (May 1955): 310-11, 344-46; (June 1955): 387, 462-63; (July 1955): 505-7, 524-26.

[2] De meest gedetailleerde biografie van Martin Harris is die van Susan Easton Black and Larry C. Porter, Martin Harris: Uncompromising Witness of The Book of Mormon (Provo, UT: BYU Studies, 2018), 590 pp. Bron voor de kaart: https://www.pbs.org/wgbh/americanexperience/features/mormons-map/

[3] Joseph Smith – History 63-65.

[4] Leer & Verbonden, afd. 10.

[5] Leer & Verbonden, afd. 5; afd. 17.

[6] Het oudste kind van Martin en Lucy, Lucy jr, was toen al 21 en gehuwd met Flanders Dyke.

[7] Leer & Verbonden, afd. 52:23.

[8] Leer & Verbonden, afd. 58:35-38

[9] Leer & Verbonden, afd. 70.

[10] Zie bv. Eber D. Howe, Mormonism Unvailed (Painesville, Ohio: Telegraph Press, 1834). Martin Harris wordt er 66 keer vermeld.

[11] Zie voor haar leven: Dennis A. Wright, “Caroline Young Harris: The Kirtland Wife of Martin Harris,” in Guy L. Dorius a.o. (eds.), Regional Studies in Latter-day Saint Church History: Ohio and Upper Canada (Provo, UT: BYU Religious Studies Center, 2006), 111-123.

[12] Zelfs Joseph Smith verwoordde zijn woede op vroegere medestanders zoals Martin Harris, die hij mede verantwoordelijk achtte voor de ellende in Kirtland en in Missouri. Zie Black & Porter, Martin Harris, p. 313.

[13] Een van de aanleidingen tot de scheiding was een dispuut tussen John Davis en Brigham Young over landbezit. Caroline koos de zijde van haar oom Brigham Young.

[14] Beatrice Cannon Evans and Janath Russell Cannon, Cannon Family Historical Treasury (Salt Lake City: George Cannon Family Association, 1967), 250.

[15] Homer (sr.), “The Passing of Martin Harris,” 471.

[16] “Martin Harris, One of the Witnesses of the Book of Mormon”, Deseret Evening News (31 August 1870), 2.